zaterdag 24 september 2011

Globale dominantie

Wie vlug iets wil bijleren over wereldgeschiedenis kan best kijken naar deze uiterst amusante lezing.
De recentste lezing die ik bij TED heb gezien haalt niet hetzelfde niveau. Wellicht omdat de spreker minder tijd kreeg om zijn verhaal te doen. Ga heen en bekijk!

donderdag 22 september 2011

Politiek: Een illustratie van de relevantie van moraliteit

Indien het een mensenrecht is voedsel te krijgen, dan zou het niet zo vergezocht zijn iedereen in "ons land" (elk territorium waar een overheid een aanspraak op legitieme macht doet) 200 Euro aan maaltijdcheques te geven. Als huisvesting dat is, dan zou iedereen recht moeten hebben op een sociale, passieve woning (opt-out principe op 18). Wie dat niet wenst (mobiliteit in plaats van stabiliteit), krijgt voor hetzelfde bedrag eco-cheques om de huur te betalen. Gebouwen zijn CO2 uitstoot nummer 1 (of was het van alle broeikasgassen, Jeremy Rifkin zal zei CO2 dacht ik), dus passieve gebouwen lijken mij een de enige manier om ons habitat ("de planeet") te redden EN mensen te voorzien van een bed en een dak boven hun hoofd. Als men dat voorstelt aan de doorsnee man of vrouw, vraagt deze "Is daar wel genoeg geld voor?". Welnu, indien onze maatschappij voor deze twee dingen geen geld kan vrijmaken, als daar geen voldoende technologie voorhanden is, voor wat dan wel? Wat is er dringender dan die twee dingen? Als er geld over is, stel ik natuurlijk voor dat aan onderwijs te spenderen (preventie als overheidstaak). Er zijn redenen om aan te nemen dat er voldoende middelen zijn in de westerse wereld en niet voldoende 'politieke wil' (ik zal de Chomskiaanse analyse van dat concept maar achterwege laten in deze bijdrage) om dat te delen met de rest van de wereld, dus waarom niet meteen onderwijs voor iedereen. Zo kunnen we aan gezondheidszorg doen door iedereen te informeren en een kans te geven om voor elkaar te zorgen op een redelijke manier. Als er dan nog genoeg geld is, kunnen we aan gezondheidszorg doen. Maar aangezien mensen zich tegenwoordig onsterfelijk wanen en de kredieteconomie zich te gemakkelijk in de schulden werkt, wil ik om fiscale redenen mensen niet te veel beloven.
Hoe verwezenlijken we dit? Door een nieuw en nog onbekender gezicht dat zich op de lijst bij Groen! zet? Door proberen stemmen af te snoepen van de PVDA+ lijst of de de opkomende Piratenpartij de kop in te drukken? Of door een idee te poneren?
In een republiek zouden deze twee rechten gewoon gegeven zijn. Niemand zou de rechten kunnen afnemen. We leven echter in een democratie en misschien is dat maar best. Wat ik wil, is niet wat iedereen wil en het is niet omdat ik een bepaalde politieke visie heb, dat ik deze (als een Leviathan) moet afdwingen bij de rest van de bevolking. Dus laten we gebruik maken van de Wetgevende Macht. Dit zou het volk moeten zijn. Welnu, in landen met een hoge internetpenetratiegraad is dat mogelijk. Iedereen heeft binnenkort een e-mail waar de overheid je kan bereiken (tax-on-web), voorlopig is de opkomstplicht nog niet virtueel. Dat houdt steek aangezien vrouwen nog steeds niet economisch zelfstandig genoeg zijn om hun man te verlaten en die er dus op nakijkt of ze wel juist stemt. Dat ze zo wanhopig vasthoudt aan materiele middelen die de testosteronrijke kostwinner verschaft, heeft alles te maken met de kinderen die een erfenis moeten krijgen om niet verstoken te zijn van...voedsel en onderdak. Wat was het punt voor ik deze tegenargumentatie even weerlegde? Welnu, dat we voor ieder wetsvoorstel (met een quorum van de huidige verkozen vertegenwoordigers) een referendum kunnen organiseren. Meer nog, dat dat automatisch het geval is. Indien mensen zich absoluut niet in politiek interesseren, blijven ze er van tussen. Indien ze per wetsontwerp/voorstel (juristen en politici weten op welke pervertering ik hier doel met de "/") echter interesse vertonen, kunnen ze ook per ontwerp stemmen.
Als er mensen durven beweren dat 'anderen' (nooit zijzelf, immer anderen) niet zouden werken indien ze niet op straffe van verhongering en dakloosheid zichzelf moeten verhuren op de arbeidsmarkt, dan heb ik maar 1 reactie: "Ik hoop dat de economie (zoals jij die ziet) snel in elkaar valt. Als dat de werkloosheid is die je vreest, hoera voor de werkloosheid. Leve de vrijheid van die mensen om te doen en laten wat ze willen. Zich niet kapot te werken indien ze dat niet kunnen."
Hoe moeten we dat betalen? Laten we een taxatie hebben op basis van mortaliteit. Een rationele belasting. Bijvoorbeeld door tabak, alcohol en geraffineerd suiker meer te taxeren. Tabak, niet sigaretten (daar zitten we al aan een maximum). Alcohol, inclusief de kosten verkeersongelukken die door alcoholconsumptie (die op hun beurt aanleiding geven tot te snel rijden). Welvaartziektes moeten zichzelf indekken door de juiste accijnzen te heffen. Het zout, vet en zoet eten dat men doorgaans koopt is geen voedsel. Het kan dus ook geen maaltijd vormen en vereist dus iets anders dan maaltijdcheques. Bijvoorbeeld geld. Dat lijkt me een uiterst geschikt middel om luxeproducten te kopen waarbij je afhankelijk bent van de private marktwerking.  Asociale woningen bouwen en het ontbreken van enige ruimtelijke ordening ten nadele van ons habitat (de golfbanen buiten het VK vallen gelukkig best mee, dus daar hoef ik niet over te beginnen) is echter een inbreuk op het publieke leven. Ach ja, de Belg heeft in een baksteen in zijn maag. Hij moet toch iets eten.

maandag 19 september 2011

Kant en Kunst

Wie er Kant op naleest op de nederlandstalige wikipedia (dat komt er van als je je schrijvers niet betaald, dan doen minderheidstalen als Nederlands het in het begin heel slecht), komt uiteindelijk bij de citaten terecht (komaan, wie wil er nu niet Kant kort samenvatten?). De leukste zijn natuurlijk degenen zonder bron. Net zoals het leukste verhaaltje over Kant er 1 is dat meer dan waarschijnlijk niet waar is. Hier zijn de uitspraken:

Zonder bron

  • "De mens is een ziekte op de huid van de aarde"
  • "Mijn filosofie heeft me niets bijgebracht, maar veel bespaard."
  • "Omdat geluk niet een ideaal van het verstand is, maar van de verbeelding."
  • "Over smaak valt wel te twisten, maar niet te discussiĆ«ren."
Nu moet ik er meteen bij zeggen. Ik zag mezelf altijd als esthetisch relativist. Ik denk dat mezelf dat nog steeds kan noemen. Al zal ik niet zo kort door de bocht gaan door te stellen dat Nietzsche ongelijk had over de hele lijn. Dat zou een te gemakkelijke manier zijn om met esthetica af te rekenen. Als moraalwetenschapper zie ik in dat Kant het de moeite vond er een derde kritiek aan te wijden, ik heb nooit esthetica gekregen (behalve in het middelbaar, maar dus niet als moraalwetenschapper) en dat ik geen kunstwetenschapper ben. Toch zie ik in de Verlichting de neiging van filosofen de Rede te poneren als voldoende om aan ethiek te beginnen. Als naturalist (de enige te hanteren methode om tot wetenschap te kunnen komen, me dunkt) ben ik best bereid de beginselenmoraal als een fenomeen van redelijke en dus morele wezens te poneren. Schoonheid, die volgens Kant verschilt van smaken, herleid ik tot zaken als symmetrie en andere fitness-psychologische mechanismen. Zoals de formule van Euler plots gelijk is aan beide kanten. Soms is dat directer (universeel aantrekkelijk gezicht), soms indirect (abstracte concepten). Zit dat in een schilderij? Voor mij enkel wanneer het leven imiteert. Paul Bloom vertelt hoe we van kunst genieten. Vaak omdat we het oorspronkelijke willen (is schaars en dus duur en zodoende een middel tot status). Het genieten zelf, daarvoor laat ik even dit schilderij zien:
Dit is dan misschien wel objectief mooi, zoals welzijn objectief goed is en rechtvaardigheid een middel om het te bereiken; ik denk niet dat we daarom zijn werken moeten lezen. Laten we durven onszelf van ons verstand te bedienen, zonder leiding van een ander. Dat is Verlichting; dat is helaas, nooit voorbij.
Indien er filosofen dit lezen: Utilitarisme ligt in het verlengde van het project van de Verlichting. R.M. Hare had gelijk om alle fouten redenen. Maar hij had redenen, net zoals Kant en daarom alleen al zijn ze deel van dezelfde traditie. De recentste trend is misschien wel de Gentse traditie.

zaterdag 17 september 2011

Niet alles wat blinkt...

Het kost 3 uur om naar "The Corporation" te kijken. Dus laten we slechts 1 zaak er uit lichten. Iets dat menig politiek liberaal nauw aan het hart ligt: Goud.
Carlton Brown: I've got to be honest with you. When the September 11th situation happened, and I must say, and I wanna say this because I don't want to take it lightly. It's not a light situation. It was a devastating act. It was really a bad thing. It was one of the worst things I've seen in my lifetime, you know. But, I will tell you and every trade will tell you, who was not in that building and who was buying gold and who owned gold and silver, that when it happened, the first thing you thought about was, "well, how much is gold up?" The first thing that came to mind was, "my God, gold must be exploding". Fortunately, for us, all our clients were in gold. So when it went up they all doubled their money. Everybody doubled their money. It was a blessing in disguise. Devastating, crushing, heart shattering, but on the financial sense, for my clients that were in the market, they all made money. Now, I wasn't looking for this type of help, but it happened. When the USA bombed Iraq back in 1991 the price of oil went from $13 to £40 a barrel, for cying out loud! Now, we couldn't wait for the bombs to start raining down on Saddam Hussein. We were all excited. We wanted Saddam to really create problems. "Do whatever you have to do, set fire to some more oil wells, because the price is going to go higher." Every broker was chanting that. There was not a broker that I know of that wasn't excited about that. This was a disaster. This was something that was, you know, catastrophe happening. Bombing. Wars. In devastation there is opportunity. 
Nee, niet het zwarte goud (dat ook natuurlijk). Maar het goud waarvan men weet dat het niet op zal geraken. En toch wil men steeds meer. Zo moet men verder goud ontginnen om toch maar met de conjunctuur om te kunnen gaan. Niet alleen in Midden-Amerika, maar in heel Latijns-Amerika. Aangezien er daar nogal wat regenwoud te vinden is, zou dat wel eens wat schade kunnen veroorzaken. Natuurlijk is China in die logica mee aan het stappen. Dat soort bronnen overtuigt natuurlijk niemand. Maar neutrale inleidingen in de problematiek zouden toch sommigen kunnen aanzetten tot enige twijfel. Sommige filosofen vinden 'wetenschap' dan weer een problematisch concept (toch als het als 'objectief') wordt geponeerd.

zondag 11 september 2011

Open Monumentendag

Vandaag was het open monumentendag. Aangezien het wellicht de laatste keer was dat de Leopoldskazerne te Gent te bezoeken was, nam ik een kijkje. De rondleiding was leuk en wellicht had ik er goed aan gedaan te vragen waarom er her en der wordt gepocht met het 100-jarig bestaan. De kazerne bestaat namelijk al heel wat langer, zoals ook bleek uit de uitleg van de gids. Deze liet weten dat tijdens de Duitse bezetting, de kazerne herdoopt werd tot de 'Kaserne Kaiser Wilhelm'. Het valt aan te nemen dat het antwoord op mijn ongestelde vraag dan ook het herdopen van de kazerne ligt. Nu liet hij weten dat tijdens de bezetting een oud vrouwtje aanklopte en vroeg naar de Leopoldskazerne. Ze maakte zich kwaad bij het hernoemen van de kazerne en werd terechtgesteld voor haar luidruchtig protest. Ik had er goed aan gedaan te vragen hoe die dame heette, want uit het dagboek van Virginie Loveling kon ik dit niet afleiden. Ik citeer haar dagboek dat aan de wand terug te vinden was. Ik zet de hilarische zaken in het vet. Als je autoriteitsfiguren moet jennen, doe het dan met enige humor. Slimme mensen komen tot een redelijk inzicht. Domme mensen reageren met een bruutheid die hen dermate onpopulair maakt bij het gros van de bevolking dat de bezetting niet lang kan duren.
Een werkvrouw vernam ook, dat de nieuwe kazerne - de Leopoldskazerne - waarvan ze den naam zelfs nog niet kende, thans de Wilhelmskazerne hiet en als aldus moest aangeduid worden. Haar vaderlandsliefde was wakker geschud. Luide sprak zij haar verontwaardiging uit: ‘Een schande, al onze jongens dood doen, is nog niet genoeg; onze gebouwen moeten Duitsch worden. Mijn bloed kookt, als ik er aan denk.’Dit spookte dagen achtereen in haar hoofd, in bestendigen roes van gramschap en besef van machteloosheid. Wreken zou ze zich in de maat van het mogelijke; op een morgen maakte zij den omweg langs de Citadellaan, naar haar dagtaak gaande. Daar wist ze, dat steeds een schildwacht stond aan den voormaligen mess - het officiers-maaltijd gebouw onzer belgische bezetting thans ook als alles in vijands hand. Ze zou hun eens beet nemen. Ze naderde het huis, bezag het van beneden‘Landvet(te)’: mest. naar omhoog, als zocht ze om het te herkennen; toen zich aanstellend als aarzelde zij, en sprak den schildwacht aan, die verdrietig, in volle wapenrusting, met zijn voeten de kou trachtte weg te stampen:‘Dit hier is toch wel de Leopoldkazerne, niet waar?’‘Nein,’ antwoordde hij barsch, haar den rug toewendend en stapte metaalrinkelend verder langs het trottoir.Maar ze bleef staan totdat hij traag, lusteloos, weder op haar toekwam: ‘'t Is heel zeker, dat het hier de Leopoldkazerne moet zijn,’ hield ze vol.Hij zag haar aan met rustig ongenoegen en sprak geen woord. Dit moedigde haar aan om hem langer te tergen.‘Indien dat de Leopoldkazerne - steeds op het woord drukkend - niet is, zeg mij dan, waar ik de Leopoldkazerne kan vinden.’Nu was 't genoeg.Hij hief den loop van zijn geweer op, bracht dien naar voren, als een bedreiging van te gaan mikken en afvuren, wat haar den doodsangst op het lijf joeg, toen zei hij, er mede een bank aanwijzend op den overkant van de laan: Ga ginder zitten, stout wijf.’IJzend, schier ademloos, onbekend met de strafmacht hem veroorloofd, en onwetend in hoever hij die toepassen zou, wankelde zij naar de bank en liet er zich op nedervallen. De schildwacht hernam zijn gang langs het zijpad van den mess, voorbij het schuilhuisje met de duitsche kleuren, heen en weder, zooals een witte beer doet in zijn hok.Voorbijgangers, en soldaten, deze ruisschend aan- en voortstappend, bezagen haar; enkelen keken wel eens om zich afvragend, waarom dat schamel vrouwtje daar zoo vroeg, bevend van kou, in de winterlucht, op de vochtige bank, onder die naakte boomen, zitten bleef... maar geen een sprak haar aan, en iemands hulp inroepen of opstaan dorst ze niet: Och God, en haar werk! Eindelijk na een tijdverloop, dat uren scheen, kwam een aflosser van den schildwacht. Ze wisselden een paar stille woorden, wat haar nieuwen angst gaf... Wat ging er nu met haar gebeuren? Ze kromp letterlijk in een, toen de geduchte vijand de laan overstak en recht op haar toetrad. Met de handen tezaam en met starren blik hem genade afsmeekend, wachtte zij 't vonnis af. Even met de punt van zijn bajonnet haar schouder beroerend, zei hij, den arm uitstrekkend:‘Marsch!’ waarop ze zoo vlug mogelijk wegijlde.
U ziet het. Dat leest een pak onschuldiger.
Er waren nog wat andere oude uitspraken te lezen. Op een bord stond gegraveerd: "Ars Longa. Vita Brevis". Uit de aforismen van Hippocrates, waar hij schrijft: De kunst is lang, het leven kort, kansen vluchtig, experimenten gevaarlijk, oordelen moeilijk. Maar het volledige aforisme was me onbekend en ik moest enkel denken aan wat Ronald M.S. Commers me afgelopen jaar had bijgebracht: ‘Ook al is het niet aan jou het werk af te maken, toch ben je niet vrij je eraan te onttrekken’ (bron: rabbi Tarfon). Dat ik daarna het dagboek van Virginie Loveling (die hij ook terloops had vermeld) tegenkwam op de rondleiding was dan ook puur toeval. Misschien niet zo'n puur toeval. Zo kan ik nog wel een link maken met de Habsburgers op basis van wat informatie die terug te vinden was over Karel V. Maar over de Stroppendragers moet je elders maar lezen. De link makende met wat Theo Maassen zegt over stropdassen (dat iedereen hem draagt waar hij het ongemakkelijkst zit), vroeg ik me af wat de etymologie zou zijn. Die blijkt van een andere orde te zijn, maar de herkomst is wel leuk om weten. Ik citeer de nederlandstalige wikipedia even:
De benaming das is volgens de conventie correct; het woord "stropdas" wordt traditioneel niet gebruikt. Deze term is ontstaan nadat het strikken van een das verbasterd is tot het stroppen van een das. Ter vergelijking: in het Duits zegt men "Halstuch" (Nekdas) en in het Engels (neck)tie (idem).
Herkomst: De dragers van de voorouders van de moderne das waren de senatoren in het oude Rome. Zij droegen zogenaamde Fascalia om hun stembanden warm te houden. Een politiek betoog voeren zonder stemversterkende instrumenten in de grote Senaatszaal was erg belastend voor de stembanden. Omdat de senaatsleden deze Fascalia droegen werd het gezien als een symbool van status en macht. Aangezien de Romeinse generaals niet achter konden blijven in hun machtsvertoon hebben ze de Fascalia als onderdeel van hun uniform opgenomen.
Toen ik het krantenartikel las over de slachting van een half miljoen varkens dat per jaar werd uitbesteed aan  Defensie had ik zin om te vertrekken. 10.000 varkens per dag moesten geslacht worden door verplegers, 2 weken in opleiding. "Net degenen die het minste op de hoogte waren van hun rechten", was te lezen. Dat zoiets emancipatorisch (bevel is normaliter toch bevel) te lezen was in een legerkazerne kwam bevreemdend over. Tot je beseft dat het een monument is en zo'n artikel niet op internet terug te vinden is. Het is wellicht uit de jaren '60. Enkel para's moeten eens een kip met de blote handen doden; maar slachtingen op een massale schaal, dat besparen we intussen onze soldaten gelukkig. Het waren ook maar tengere zieltjes, die verplegers in wording, want als er 1 van hen wordt gevraagd wat ze de hele dag doen, antwoord hij "Doden". Een nogal grim beeld om zo'n nobele taak. Hij had evengoed kunnen zeggen "Mensen ,die graag vlees eten omdat het zo lekker is, helpen". Dat de dieren slim genoeg waren om te weten wat er gaande was, zal intussen ook wel opgelost zijn door voldoende opdeling. Het ene varken weet niet wat zijn voorganger net is overkomen. We zijn veel beschaafder. Doet me overigens denken aan de moderniteit. Terwijl ik naar buiten wandelen, langs de ingang die voor mij ook als uitgang dient, bedenk ik wat de gids zei. Men vertrok langs links naar het front en langs rechts kwam men terug van het front. Het opsplitsen van de in- en uitgang is zeer belangrijk. Want anders, indien de soldaten tegen elkaar zouden kunnen zeggen hoe de zaken er voor staan, zou de desertiegraad te hoog liggen.