maandag 17 oktober 2011

Uitdaging voor een pacifist

Wanneer men mij vraagt of ik oorlog X of inval Y goedkeur, antwoord ik dat ik pacifist ben. De reden dat ik mezelf in die categorie dwing is omdat het me toelaat pacifisme met enig virulentie te verdedigen. Het militant pacifisme van Einstein indachtig, besef ik natuurlijk dat de Tweede Wereldoorlog steevast als (sterk) tegenargument zal gebruikt worden. Ghandi was overigens van mening dat een vrouw die op het punt staat verkracht te worden beroep kan doen - lees: moet doen wanneer ze dat kan- op (een legitieme vorm van) zelfverdediging. In interpersoonlijke relaties heb ik ook al fysieke kracht moeten gebruiken om anderen te verdedigen. Maar ik heb nimmer opgeroepen tot geweld tegen of voor de bescherming van de ander. Dit zijn uiterst persoonlijke keuzes en doen mijns inziens geen afbreuk aan pacifisme. Georganiseerde geweld (of het oproepen daartoe) heeft een sterke mogelijkheid uit de hand te lopen. Het is tegen dit fenomeen dat ik me verzet wanner ik mezelf een pacifist noem. Wij-zij denken is uitzonderlijk gevoelig voor institutionalisatie en instituties hebben de neiging zichzelf niet op te heffen. Dat laatste is een anarchistische kritiek die natuurlijk verder gaat tot op het niveau van de staat. Aan die laatste kent de republikeinse burger echter het monopolie van geweld toe. Gemakshalve probeer ik beide wereldbeelden te synthetiseren tot anarcho-pacifisme. Het te maken onderscheid tussen beide wereldbeelden is echter dat anarchisme de nuance toelaat dat er instanties zijn waarbij machtsuitoefening wel degelijk legitiem is (doch, de bewijslast ligt bij degene die dat uitoefent). Het is dus ingevuld als een politieke theorie (met vervalsbaarheid ingebouwd), niet zozeer een ideologie (al zijn er anarchisten die stellen dat geen enkele machtsuitoefening legitiem kan zijn). Er is namelijk geen blauwdruk van hoe een anarchistische samenleving er zou moeten uit zien, noch het idee dat we ooit die utopie zouden bereiken. Het gaat enkel om de anarchistische reflex. Dit wil zeggen de kritieke reflex om macht in vraag te stellen en wanneer deze illegitiem blijkt te zijn, af te breken. Pacifisme is echter een geloofsovertuiging. Ik heb me onvoldoende verdiept in de vele theoretische, filosofische en technische uitwerkingen om een geraffineerd pacifisme te poneren. Ik ben bereid pacifisme -in zijn totaliteit, zoals ik ze hier naar voor breng en zoals het doorgaans begrepen wordt- te verlaten indien er een instantie aangetoond wordt, waarbij geweld op een collectieve schaal goed te praten valt. Op individuele schaal, sta ik uitzonderingen toe, zoals eerder aangegeven. Dat past binnen het pacifisme, aangezien ik (als anarchist) mezelf en mijn gebruik van geweld kan legitimeren wanneer ik het gebruik. Hiervoor heb ik kennis genomen van enkele technieken om agressieve individuen te neutraliseren wanneer deze mezelf of (zoals in de praktijk bleek, voornamelijk) anderen te lijf gaan. Wanneer het echter over meerderen gaat, is er een oorlogslogica in werking en is escalatie zelden ver weg. Ik herinner me een instantie waarbij de persoon die ik verdedigde, zichzelf niet zou hebben verdedigd (vandaar mijn interventie). Ik had amper de neiging deze persoon te overtuigen dat toch te doen. Ten eerste is het op zich nobel van die persoon te willen lijden, liever dan lijden te veroorzaken. Ten tweede was deze niet bijzonder in staat zich te verdedigen en zou het dus wellicht voor een groter lijden van die persoon hebben gezorgd. Ten derde, indien verzet wel succesvol zou zijn, is het niet onwaarschijnlijk dat de aanvaller ernstige schade opliep. Hierdoor wordt het slachtoffer de dader. Niet alleen is dit psychologisch een onaangename gedachte, ze valt volgens mij te rechtvaardigen.

De enige manier om dergelijke collectieve waanzin te neutraliseren, zonder immoreel veel schade bij de groep te veroorzaken (en dus het slechte voorbeeld geven, wat verdere escalatie promoot), is door pacifisme te prediken. De oorlogsmoeheid van de duitsers gedurende de Tweede Wereldoorlog twee was ongetwijfeld een belangrijke factor in het voorkomen dat we het hele duitse volk moesten uitroeien om de oorlog te winnen. Aangezien genocide vaak als argument wordt gebruikt om nationaal-socialistisch duitsland af te keuren (in die mate dat men geweld tegen 'hen' moest gebruiken), ga ik er gemakshalve van uit dat niemand hier een voorstander van is. Zelfs indien de burgerslachtoffers in oorlogen sinds de wereldoorlogen (relatief ten aanzien van soldaten) niet zo hoog lagen, zou ik nog steeds niet geneigd zijn het ene als de systematische vernietiging te zien en het andere niet. De 'denkfout' die hier dus wordt gemaakt is het hellend vlak van oorlog tot genocide. Want in een totaaloorlog vecht iedereen tot de laatste snik.

Zijn er dan werkelijk geen situaties denkbaar waarin het pacifisme dient te verlaten worden? Noam Chomsky, als anarcho-syndicalist, stelt dat arbeiders die een failliete fabriek (waarvan de kapitalist ze ging opdelen en verkopen) als collectief draaiende houden, het recht hebben deze productiefactor te beschermen met geweld. Toch geeft hij zelf aan dat hij niet goed is in het maken van tactische keuzes, bijvoorbeeld of de universiteit steun diende te betuigen aan dienstweigeraars. Dit bleek een succesvolle taktiek te zijn en hij gebruikt dit vaak als voorbeeld waarom mensen beter hem niet om advies vragen als het op concrete acties aankomt. Aangezien hij ook afraadt dat mensen met helmen protesteren (omdat de staat toch het monopolie op geweld heeft en altijd zal overtroeven), ben ik geneigd (hem hier wel gelijk te geven) dit door te trekken. In een seculiere samenleving met formele democratische regels, ben ik niet geneigd om anarcho-syndicalist te worden. Toch is het goed mogelijk dat na het lezen van "Anarchisme en syndicalisme in Spanje", ik me bedenk. Ik zou me in ieder geval niet meer een laffe pacifist voelen. Maar het zou een al te gemakkelijke cognitieve dissonantie zijn indien ik in deze wereld geen instanties herken waar ik met geweld zou willen tegen optreden. Als de les uit de Tweede Wereldoorlog  is dat als genocide je stoort en je dit met geweld moet bestrijden, dan zou ik bijvoorbeeld gaan vechten tegen de Janjaweed of Interahamwe-milities. Wederom, of onze staat dit zou moeten doen is een andere vraag. Dienstplicht zou in ieder geval mensen bewuster maken van de oorlogen die een land voert (en gevoeliger voor eventuele invallen of represailles). Wie echter zegt dat de overheid alles in de naam van het volk doet, volgt de logica van de daders op 11 september 2001, die stelden dat in een democratie, iedereen medeplichtig is en er dus geen onschuldige slachtoffers zijn. De gevaren van een oorlogslogica of eender welke strijd tegen imperialisme worden snel duidelijk met dit beeld in het achterhoofd. Al is het amerikaans imperialisme schuldig aan corporatisme (de verstrengeling van de overheid en kapitaal) en niet aan jihad (religieuze rechtsregels, dus een verstrengeling van staat en -in casu- godsdienst). Dit geeft een sterke indicatie dat bij die eerste geweldloze hervorming mogelijk is, waar dit bij een revolutie in het denken vereist (te beginnen met de inclusie van vrijheid van meningsuiting). Ik maak bij deze gemakshalve abstractie van de huidige stand van zaken. Zo is de overgrote meerderheid van kapers afkomstig van Saudi-ArabiĆ«, die samen met enkele andere olieland en China de enige landen in de wereld zijn die niet schuldenaars zijn maar schuldeisers. Laten we ons echter beperken tot een academische oefening uit het verleden, al was het maar om de schok tot de consequenties die dit zou kunnen hebben te verzachten en op een menselijke manier met cognitieve dissonantie om te gaan. Het is goed denkbaar dat  er ooit een periode was waarin er een nexus bestond van Kerk, Koning en Kapitaal. Indien een strijd hiertegen gerechtvaardigd is voor mezelf, is dat ook zo voor anderen en vice versa. Er zijn mensen die van mening zijn dat ongeacht of ze zelf al dan niet gaan vechten, de overheid het recht heeft via propaganda en minder subtiele vormen van dwang oorlog te verklaren en te gebruiken als machtsmiddel. Als moraalwetenschapper ben ik geneigd me te houden aan universaliseerbaarheid om contradicties in het denken tegen te gaan. Als de overheid hen dwingt, geldt het ook voor hen (dus zouden ze het wel doen). Ik hou er een analoge redenering op na als of je God nodig hebt om het goede te doen. Kritieken op conservatisme en verdedigingen van anarchisme terzijde, zal ik me houden aan het schematisch uitdenken van pacifisme. Indien ik er 10 jaar over doe om van mening te veranderen (want pacifisme is een mening, geen oordeel), dan ziet het volgende schema me er relatief realistisch uit:
1920: Waarschuwen voor 'banksters'. Mensen er op proberen wijzen dat als gangsters in banken werken, dit er voor kan zorgen dat kapitaal weggesluisd wordt naar allerlei onzuivere zaken.
1930: Vechten* tegen de fusie van Kerk, Koning en Kapitaal aan het Spaanse Front.
1940: Oorlogsmoe pacifisme verklaren als de enige waardige manier om de strijd te voeren.
1950: Verbaasd zijn, dat na de twee atoombommen die gevallen zijn, de mensheid nog steeds bestaat.
1960: Verbaasd zijn hoe goed de volgende generatie het heeft (op materieel vlak).
1970: Verbaasd zijn hoe goed de mens geworden is (op moreel vlak)
1980: Verbaasd zijn dat ik nog steeds verbaasd kan zijn.
1990: Klagen hoe vroeger alles beter was. Al was het vorig decennium niet wezenlijk anders.
2000: Het einde verwachten
2010: Het einde verwelkomen.
2020: Waarschuwen voor de banksters.

*Uiteindelijk zou ik echter waarschijnlijk weigeren, zelfs als George Orwell hemzelve me vroeg om hem te vergezellen. "Sterven doen we allemaal, doden is een optie", zou ik zeggen terwijl ik hem afwimpel. "Ik wil wel sterven voor mijn idealen, maar je strijd moet je zelf maar strijden". Een keuze met slechte gevolgen, gezien het nexus van Kerk, Koning en Kapitaal dat er een halve eeuw aan de macht zou zijn.

Mensen die de strijd met cognitieve dissonantie wensen aan te gaan kunnen contempleren hoe AXA, Dexia, Fortis en ING investeren in clustermunitie, hoe AXA, Dexia, Fortis, ING en KBC investeren in Birma (dat overigens kernwapens wenst te bemachtigen) of hoe Dexia winst maakt aan de bezetting van Palestina. Dat laatste kan men misschien nog vergoelijken met een aanval op de Islam. Landmijnen kan men misschien goedpraten als obstakel tussen een unificatie van Korea. Maar dan blijven wapens met verarmd uranium nog steeds een probleem. Toegegeven, het zorgt voor slordige doden in plaats van goed geordende doden zoals bij de holocaust. Maar de reflex om nalatigheid minder ernstig in te schatten (of minder blaamwaardig te achten), dan intentie berust wat mij betreft op een overschatting van die laatste. Men heeft namelijk doorgaans altijd goede intenties en laat het na om overduidelijk kwaad te bestrijden wanneer men het zien. Kwaad te zien en niets doen, is de lafheid van de pacifist. Doch stel ik dat ik niet niets doe, ik gebruik de rede om een duurzame vrede te bewerkstelligen. Elke persoon die pacifisten wenst uit te moorden, zal ik trachten te bekeren. Elke groepering die met geweld tracht mensen te beschaven om geweld te gebruiken om geweld tegen te gaan, zal ik trachten te begrijpen; alsook trachten hen mij te doen begrijpen. Ik ben echter niet ongevoelig voor de uitdagingen van geweldloos verzet. Misschien is het slechts een mening, een droom.

Misschien bedenk ik me bij het zien van The Black Power Mixtape. Zoiets valt nooit uit te sluiten.

Post Scriptum: Ik kan me nog steeds in een pleidooi voor zelf-verdediging vinden. Mits de noodzakelijkeopmerkingen. Wanneer een staat het recht heeft zichzelf te verdedigen, daar heb ik nog geen zinnig antwoord op. De bevolking heeft in ieder geval het recht zichzelf te verdedigen. Een bevolking die kan vechten lijkt me niet slecht. Iedereen een vuurwapen geven en evolueren richting de VSA of Zwitserland, lijkt me niet noodzakelijk. Zelf ben ik een lid van de bevolking dat wellicht het niet met geweld zal opnemen voor een staat. Om vervolgens gedwongen te worden te vechten, de moorden en te sterven voor dat ideaal lijkt me dan ook ongeoorloofde dwang. Dienstplicht is dus niet aan de orde. Al zou het wel een bewustzijn van het militaristisch beleid van een staat kweken bij de bevolking. Een voorzienbaar gevolg is een pacifistische houding zoals Finland.

Om de redenering die Harris maakt te vervolmaken. Ik ga er van uit dat machthebbers soms illegetiem die macht uitoefenen. Sommigen zouden zich ethisch 'gerechtvaardigd' voelen om zich te verzetten. Vaak is dit niets meer dan een misplaatst wraakgevoel. Als de economie het slecht doet, kan het zijn dat mensen hun lening niet kunnen afbetalen en uit hun huis worden gezet. Dat je werkgever je onvoldoende betaald en je bank de premie optrekt, is irrelevant. De politie zal alle macht gebruiken die ze hebben (en bij staten is dat een monopolie) om je uit je huis te zetten. De beste optie is te vluchten. Zo ook op collectief vlak. Als een leger je land binnenvalt, is de beste optie te vluchten. Bijvoorbeeld naar een naburig land. Eventueel naar nog een ander land waar je de autoriteiten kan inlichten dat je land onrechtmatig geannexeerd wordt. Dat de autoriteiten humanitaire interventie, rechtmatige inbeslagname van goederen bepleiten of niet luisteren naar mensen zonder papieren is niet aan de orde. De eerste impuls is te vluchten. Pas wanneer geweld werkelijk onvermijdelijk is, moet je vechten. Het nadeel is dat dit een volledige verbintenis vereist. Je zal moeten vechten tot de dood (van minstens 1 van de 2). Volledige vernietiging is soms te vermijden. Bijvoorbeeld wanneer bewustzijn verloren wordt of er sprake is van fysieke incapacitatie (lees: verlamming). Escalatie ligt echter altijd op de loer en weerbarstig- alsook spannigheid worden vaak onderschat.

Vergeet ook niet dat macht iedereen corrumpeert. Zowel degene die het uitoefent als degene die het ondergaat.