woensdag 12 mei 2010

Kerk, Koning en Kapitaal

Traditioneel gesproken zijn Kerk, Koning en Kapitaal de dominante instituties van België. Wat de Kerk betreft kunnen we het stilaan eens worden dat het niet zo'n fantastisch gegeven is. Het behoeft weinig argumentatie dat we onderwijs, ziekenhuizen en zo meer ook kunnen voorzien zonder een religieuze inslag. Dat de Paus in de Hitlerjügend zat is weinig opzienwekkend. Gezien de geschiedenis van fascisme (inclusief nationaal-socialisme) en katholicisme (of christendom voor oog heeft voor de onderlinge rivaliteit), kunnen we stellen dat de laatste meer doden en wreedheden op haar geweten heeft. We kunnen dit wijten aan de lange duur van de Kerk en haar capaciteit om lange tijd te overleven. Of aan het selectief verwijt van personencultussen. Indien men echter inquisities en dergelijke in het achterhoofd houdt... Men zou op een duur meer bevreesd zijn van een nazi die een ex-paus blijkt te zijn.

Wat de Koning betreft kan ik kort zijn. Wanneer ik naar The West Wing kijk, denk ik soms: Ja, dat wil ik ook. Een republiek. Liefst met een toffe president opdat ik naar het schouwspel zou blijven kijken met vertrouwen. Maar wanneer we de sociale verworvenheden van republieken naast constitutionele monarchieën leggen, moeten we erkennen dat die laatste soms betere resultaten levert voor haar bevolking. Welke rol speelt de Koning? Geen enkele. Althans, dat is het doel. Het zou nefast zijn om al ons vertrouwen te leggen bij 1 persoon (of 1 partij wat dat betreft). Het is net omdat de Koning niets hoort te zeggen, dat de bevolking zelf het voortouw neemt. Zich mengt in politiek debat en zegt wat er te zeggen valt. Anders zijn er anderen met macht die achter de schermen alles regelen.

Dat brengt me naadloos bij de laatste bron van macht. Kapitaal. Geld is macht, dikwijls krachtiger dan enkele stemmen om de zoveel jaar. Het geldt constant op de financiële en economische markt. De virtuele parlementen beslissen welke beleidsmaatregelen hun gunstig zijn en welke geen verdere ondersteuning verdienen. In de politieke arena beslissen de mensen zelf wat rechten zijn voor iedereen en wat privileges zijn die enkel voor de kapitaalkrachtigen zijn (zoals luxe). Verlopig lijkt politiek beperkt te zijn tot partijpolitiek, maar enkel voor degenen die geloven in de goedheid en onbaatzuchtigheid van elites.

Het gaat natuurlijk niet over intellectuele elites, zij zijn slechts dienaren van de macht. Vroeger waren dit priesters. Tot voor kort waren het politici. En heden zijn het economen (niet zelden gaan zij de partijpolitiek in). Instituties hebben de neiging zichzelf in stand te houden. Zelfs wanneer zij hun nut niet meer kunnen bewijzen. Maar daarvoor waardeer ik hen niet. Ik waardeer hen omdat ze een voorbeeld zijn van hoe het niet moet. Als een duidelijk teken, wat er gebeurt met de samenleving, als je ze aan anderen overlaat.

1 opmerking: